“Elke seconde telt”: een gesprek met spoedarts dokter Snijders over plotse hartstilstand en burgerhulpverlening

“Elke seconde telt”: een gesprek met spoedarts dokter Snijders over plotse hartstilstand en burgerhulpverlening

Goedele Van Campfort, directeur van Het Vlaamse Kruis vzw (HVK), ging in gesprek met dr. Snijders, spoedarts aan het UZA, over de harde realiteit van plotse hartstilstand, de impact van snelle reanimatie en het levensbelang van burgerhulpverlening.

Plotse hartstilstand: een onderschatte realiteit

Goedele: Hoe vaak komt plotse hartstilstand voor in België? Hoeveel mensen sterven eraan en hoeveel zouden we kunnen redden bij snellere hulp?

Dr. Snijders: “Plotse hartstilstand komt veel vaker voor dan de meeste mensen beseffen. Elk jaar krijgen in België zo’n 10.000 à 11.000 mensen buiten het ziekenhuis een hartstilstand – dat zijn 25 à 30 mensen per dag. Het gebeurt vaak bij ogenschijnlijk gezonde mensen, thuis, op het werk, in het verkeer of tijdens het sporten.

Meer dan 75% van deze slachtoffers overlijdt voor ze het ziekenhuis bereiken. Uiteindelijk zullen maar 2 tot 3 op de 30 patiënten levend het ziekenhuis verlaten. Dat cijfer kunnen we drastisch verbeteren als er sneller en doeltreffender wordt ingegrepen.

De overleving hangt volledig af van de snelheid van de reactie. Elke minuut zonder reanimatie verlaagt de overlevingskans met 7 tot 10%. Wordt er binnen de eerste minuten gestart met borstcompressies én een AED, dan kan de overlevingskans verdrievoudigen. Helaas gaan er vaak kostbare minuten verloren door paniek, twijfel of simpelweg onwetendheid.”

De kracht van burgerhulpverlening

Goedele: Wat is volgens u het belang van reanimatiekennis bij burgers? En hoe groot is het verschil wanneer omstaanders snel ingrijpen?

Dr. Snijders: “Burgerhulpverlening maakt letterlijk het verschil tussen leven en dood. Meer dan de helft van alle hartstilstanden gebeurt thuis, dus nog voor professionele hulp ter plaatse is. De eerste minuten zijn cruciaal. Als een omstaander meteen begint te reanimeren en een AED inzet, stijgt de overlevingskans van gemiddeld 10% naar 30 of zelfs 70%, afhankelijk van de situatie.

We zien op spoed dat ongeveer 20% van de binnengebrachte patiënten na een hartstilstand nog gestabiliseerd kan worden. Maar of iemand het haalt, hangt bijna volledig af van wat er vooraf gebeurde.

Een voorbeeld: onlangs kreeg een jonge sporter een hartstilstand in het verkeer. Toevallig reed er net een politieagent achter hem die getraind was in reanimatie. Die begon onmiddellijk met hartmassage. Binnen vijf minuten werd een AED ingezet. Tegen de tijd dat de ambulance arriveerde, had de man alweer een hartslag. Vandaag stelt hij het goed.”

Sport en preventie: een gezamenlijke verantwoordelijkheid

Goedele: We horen regelmatig dat mensen bij amateursporten het slachtoffer worden van plotse hartstilstand. Wat kunnen sportverenigingen doen? En pleit u voor AED’s op sportterreinen?

Dr. Snijders: “Absoluut. Bij amateursporters – vaak jonge mensen – kan intensief sporten een onderliggend hartprobleem triggeren. Vaak zonder waarschuwing. En net dan is onmiddellijke hulp nodig.

Ik steun dan ook voluit de internationale campagne ‘Get Trained, Save Lives’ van UEFA en de European Resuscitation Council (ERC). Die wil zoveel mogelijk burgers opleiden in reanimatie.

En ja, AED’s zouden verplicht moeten zijn op sportterreinen. Het is het enige toestel dat een fibrillerend hart – de meest voorkomende oorzaak van hartstilstand – opnieuw op gang kan brengen. Als een AED binnen de drie tot vijf minuten wordt gebruikt, stijgt de overlevingskans tot 70%. Dat is een enorm verschil.”

De spoedafdeling: cruciale informatie bepaalt behandeling

Goedele: Wat willen jullie op spoed absoluut weten van omstaanders bij een hartstilstand?

Dr. Snijders: “Alles staat of valt met de tijd. Wanneer is het slachtoffer ingestort? Wie is begonnen met reanimatie? Hoe snel? Is er een AED gebruikt? Waren er tekenen van leven?

Als we weten dat er binnen vijf minuten gestart is met borstcompressies, dan overwegen we intensieve behandelingen zoals ECMO. Maar als er te lang gewacht is, dan is de kans op blijvende hersenschade helaas te groot. Daarom: elke seconde telt – ook voor onze beslissingen op spoed.”

Wat houdt mensen tegen om een EHBO-cursus te volgen?

Goedele: Waarom volgen volgens u nog te weinig mensen een reanimatiecursus? En hoe kunnen we drempels verlagen?

Dr. Snijders: “Drie zaken: onzekerheid, angst en onderschatting. Mensen denken dat ze het niet kunnen, of zijn bang iets verkeerd te doen. Anderen denken: ‘het zal mij wel niet overkomen.’

Opleidingen moeten toegankelijker zijn. Organiseer ze in scholen, sportclubs, buurthuizen. Maak ze gratis of goedkoop. Bied digitale voortrajecten aan. En spreek doelgericht bepaalde bevolkingsgroepen aan: mensen met taalproblemen, of die zich niet herkennen in de klassieke communicatie.

Gebruik eenvoudige taal, visuele uitleg en werk samen met lokale organisaties. De drempel is vaak lager dan we denken – als we maar de juiste bruggen bouwen.”

Veelgemaakte fouten en misverstanden

Goedele: Welke fouten of misverstanden ziet u vaak bij omstaanders die proberen te helpen?

Dr. Snijders: “De grootste fout? Niets doen. Veel mensen denken dat ze eerst zeker moeten zijn van wat ze doen, maar dat is onjuist. Elke hulp is beter dan geen hulp.

Een andere fout: eerst hulp gaan zoeken of op een instructie wachten, in plaats van meteen borstcompressies te starten. Tijdverlies is dodelijk. Handelen is het enige juiste.”

De eerste minuten zijn levensreddend

Goedele: Waar zit volgens u de grootste winst in termen van overleving, en waarom zijn AED en beademing belangrijk?

Dr. Snijders: “De grootste winst zit in de eerste minuten. Als omstaanders binnen vijf minuten borstcompressies starten én een AED gebruiken, dan kan de overlevingskans oplopen tot 70%.

Een AED is eenvoudig in gebruik en levensreddend. Het analyseert automatisch het hartritme en beslist zelf of een schok nodig is. Zonder AED, geen herstel bij een fibrillerend hart.

Beademing blijft ook belangrijk, vooral om zuurstof aan te voeren naar de hersenen. Zeker bij kinderen of verdrinking is dat cruciaal. Borstcompressies alleen volstaan maar tijdelijk. Zuurstoftoevoer is nodig om schade te beperken.”

Slotboodschap van dokter Snijders

“Reanimatie is geen taak van artsen alleen – het is een gedeelde verantwoordelijkheid. Als elke burger zou weten hoe hij moet reageren bij een hartstilstand, zouden we duizenden levens kunnen redden. Want uiteindelijk is het niet de arts, maar de omstaander die het verschil maakt.”

Wil je ook levens kunnen redden? Volg een reanimatiecursus bij Het Vlaamse Kruis vzw.

Als inwoner van stad Antwerpen volg je een gratis reanimatietraining, schrijf je in via ‘AntwerpenRedt’.

Kijk op Het Vlaamse Kruis vzw voor een volledige EHBO-opleiding in jouw buurt.

Gerelateerd nieuws